Vanaf 2025 krijgen duizenden Nederlandse huurders meer geld en een eenvoudigere regeling. Het kabinet wil de huurtoeslag fundamenteel herstructureren, met als doel meer mensen te helpen en de administratieve lasten te verminderen. Belastingdienst en Volkshuisvesting Nederland bevestigen dat ruim 170.000 extra huishoudens in aanmerking komen voor de toeslag — gemiddeld 175 euro per maand. Dat betekent een flinke stap voorwaarts, maar ook een ingewikkelde realiteit: de veranderingen komen pas na een politieke stilstand, en niet alle huurders profiteren evenveel.
Wat verandert er precies in 2025 en 2026?
De grote nieuwtjes zijn duidelijk: vanaf 2026 verdwijnt de maximale huurgrens voor huurtoeslag. Tot nu toe mocht de kale huur niet hoger zijn dan 879,66 euro — dat is weg. Vanaf 2026 kunnen mensen met een hogere huur nog steeds toeslag krijgen, maar alleen tot die 879,66 euro. Wat boven dat bedrag komt, telt niet mee. Dat is een subtiele maar cruciale wijziging: het betekent dat iemand met een huur van 1.200 euro nog steeds een toeslag kan krijgen, maar dan alleen voor het deel tot 879,66 euro. Voor veel jonge huurders in grote steden is dit een levensveranderende aanpassing.
Daarnaast wordt de leeftijdsgrens voor jongeren verlaagd van 23 naar 21 jaar. Dat betekent dat studenten en jonge werknemers vanaf hun 21ste automatisch in aanmerking komen — een verandering die vooral in Amsterdam, Utrecht en Eindhoven veel impact heeft. Ook servicekosten, zoals onderhoud van de lift of gemeenschappelijke tuinverzorging, tellen niet meer mee bij de berekening. Dat lijkt klein, maar voor huurders in oude blokken met hoge servicekosten kan dat tot 50 euro per maand meer toeslag opleveren.
En dan is er de generieke verlaging van de eigen bijdrage: alle huurtoeslagontvangers betalen vanaf 2025 11,58 euro minder per maand aan hun eigen bijdrage. Dat is een directe verhoging van de koopkracht — ongeacht inkomen of huur. Voor een alleenstaande ouder met een inkomen van 25.000 euro en een huur van 750 euro, betekent dat een extra 139 euro per jaar in de portemonnee.
De afbouw wordt geleidelijker — en transparanter
Een van de meest onzichtbare, maar belangrijkste veranderingen, is hoe de huurtoeslag afloopt als je meer verdient. Tot nu toe was dat een trapsgewijze afval: een klein inkomenstijging kon leiden tot een plotselinge verlies van honderden euro’s. Vanaf 2025 wordt dat geleidelijker: de afbouw begint pas bij een hoger inkomen en daalt langzamer. Vanaf 2026 komt de lineaire afbouw: elke euro extra inkomen leidt tot een vast percentage minder toeslag. Dat maakt het voorspelbaar. Je weet nu precies wat je verliest als je een uur extra werkt — of een promotie krijgt.
Volgens Rijksfinanciën leidt dit in 2026 tot een gemiddelde verhoging van 316 euro per jaar voor huidige ontvangers ten opzichte van 2024. Dat klinkt mooi — maar het is niet voor iedereen. De 20 procent met de hoogste huur en laagste inkomen, die nu servicekosten terugkrijgen, verliezen vanaf 2026 gemiddeld 9 euro per maand. Dat is geen kleine som voor iemand die al op het randje leeft.
De kabinetsval verandert alles — weer
Hier is het knelpunt: de plannen van het kabinet zijn nog niet definitief. De kabinetsval van juli 2025 heeft de voorgenomen maatregelen verstoord. De huurbevriezing voor sociale huurwoningen — die bedoeld was om te voorkomen dat huurders tegelijkertijd meer toeslag kregen en meer huur moesten betalen — is geschrapt. Dat betekent: huurprijzen in de sociale sector mogen in 2025 en 2026 stijgen. En de zogenaamde ‘boodschappenbonus’, een eenmalige toeslag van 300 euro voor huurtoeslagontvangers, is ook van de baan. Dat is een harde klap voor de laagste inkomens. Zij kregen nu minder extra dan oorspronkelijk beloofd — terwijl de huurprijzen omhoog gaan.
De Woonbond noemt de vereenvoudiging ‘positief’, maar waarschuwt: ‘Het is een slechte zaak dat dit ten koste gaat van het terugdringen van armoede.’ Want hoewel 170.000 extra huishoudens mee kunnen doen, krijgen de meest kwetsbaren — de mensen met de laagste inkomens en de hoogste huur — soms minder dan voorheen. De 650 miljoen euro per jaar vanaf 2026 klinkt als een grote som, maar het is 250 miljoen minder dan oorspronkelijk beloofd in het hoofdlijnenakkoord. De reden? Budgettaire druk en politieke compromissen.
Waarom dit belangrijk is voor jou
Als je huurtoeslag ontvangt, dan krijg je in 2025 een klein beetje meer geld — en een simpeler systeem. Als je net onder de 23 bent en huurt, dan kun je nu al toeslag aanvragen. Als je net boven de 47.699 euro inkomen zit, dan ben je misschien nu wel net te ver boven de grens — maar in 2026 kun je misschien toch nog iets krijgen, als je huur niet te hoog is.
Maar als je al aan het randje leeft, en je huur stijgt met 3% in 2025 terwijl je toeslag niet met evenveel stijgt — dan ben je slechter af. Dat is de kern van de kritiek van de Woonbond. De regeling wordt mooier, maar niet noodzakelijk eerlijker.
Wat komt er daarna?
De Belastingdienst gaat vanaf 2025 de inkomens geïndexeerd met 3% — een slimme zet om terugvorderingen te voorkomen. Te veel toeslag voorschot, te weinig inkomen later? Dat gebeurt minder vaak. Ook wordt de berekening van de huurtoeslag voor ouderen en niet-ouderen geharmoniseerd. Dat betekent dat een gezin van twee personen onder de AOW-leeftijd met een hoge huur nu meer krijgt dan voorheen — een verbetering voor veel jonge gezinnen in de grote steden.
De volgende grote stap? Een volledige digitale herstructurering van de toeslagen. De overheid wil in 2027 alle toeslagen (huur, kinderopvang, kinderbijslag) in één systeem bundelen. Dat zou de kans op fouten verlagen — maar ook de kans op grote schade als het systeem faalt.
Frequently Asked Questions
Wie komt er in 2025 voor het eerst in aanmerking voor huurtoeslag?
Ongeveer 28.000 extra huishoudens krijgen in 2025 recht op huurtoeslag, vooral jongeren van 21 tot 23 jaar en gezinnen met een hogere huur maar een laag inkomen. In 2026 komt dat aantal op 57.000, waarvan 170.000 huishoudens in totaal nieuwe ontvangers zijn. De belangrijkste groep zijn jonge gezinnen in steden met huur boven de oude limiet van 879,66 euro.
Waarom verliest 20% van de huidige ontvangers huurtoeslag vanaf 2026?
Omdat servicekosten vanaf 2026 niet meer worden meegerekend in de berekening, krijgen huurders die eerder veel servicekosten terugkregen — vaak in oude gebouwen — nu minder. Dat is vooral het geval bij huurders met een lage huur maar hoge servicekosten. Gemiddeld verliezen zij 9 euro per maand, wat voor veel mensen een belangrijke som is.
Wat gebeurt er met mijn huur als de huurbevriezing niet doorgaat?
De huurprijzen in de sociale sector mogen in 2025 en 2026 stijgen — meestal tussen 2% en 4%. Dat betekent dat huurders met een vaste toeslag soms slechter af zijn: hun huur stijgt, maar hun toeslag niet met evenveel. Voor iemand met een huur van 800 euro en een toeslag van 400 euro, betekent een 3% huurverhoging een verlies van 24 euro per jaar in koopkracht.
Kan ik nu al iets doen om meer huurtoeslag te krijgen?
Ja. Controleer je huurcontract: als je servicekosten betaalt, vraag dan of die in je huur staan vermeld. Als je jonger dan 23 bent, kun je nu al aanvragen als je 21 bent. En als je inkomen dicht bij de 47.699 euro zit, overweeg dan of je minder bijverdiensten kunt hebben — want dat kan je toeslag verhogen.
Waarom werd de ‘boodschappenbonus’ geschrapt?
Na de kabinetsval in juli 2025 werd de extra eenmalige toeslag van 300 euro geschrapt vanwege begrotingsbeperkingen. De regering koos ervoor om de middelen te richten op structurele verbeteringen in plaats van tijdelijke steun. Voor veel laaginkomens is dat een harde realiteit: de hulp komt nu pas in 2026, en dan niet voor iedereen.
Hoe weet ik of ik in 2026 meer huurtoeslag krijg?
De Belastingdienst stuurt vanaf januari 2026 een nieuw berekeningsformulier. Je kunt ook de huurtoeslagcalculator op de Rijksoverheid-website gebruiken, met je nieuwe gegevens. Als je huur hoger is dan 879,66 euro, maar je inkomen laag, dan is de kans groot dat je nu toch iets krijgt — iets wat vorig jaar nog onmogelijk was.